Previous Page  26-27 / 44 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 26-27 / 44 Next Page
Page Background

TALENTEN HAKEN AF OMDAT ZE ZICH NIET GEACCEPTEERD VOELEN

Signaal van federatie en clubs dat we welkom zijn zou mensen kracht geven

Sigurd Thomassen groeide op in het handbal. Vader Eddy Thomassen bouwde bij Initia Has-

selt eerst een carrière als speler uit en werd er nadien trainer. De naam Thomassen is een

ronkende naam en een autoriteit in het handbal. Vanaf zijn zesde speelde Sigurd handbal bij

Initia Hasselt. Op zijn 16e begon hij aan zijn carrière als scheidsrechter, iets wat hij tot op

vandaag nog steeds doet. Wedstrijden in binnen- en buitenland, interlands en wedstrijden

voor de EHF. De 36-jarige Hasselaar doet het allemaal. Hij is uitgegroeid tot een gerespec-

teerd scheidsrechter in binnen- en buitenland.

De echte aanleiding voor dit interview is de aandacht die Sigurd Thomassen vraagt voor een holebi vrien-

delijkere sportomgeving. “Op dit moment zijn er toptalenten die met de sport stoppen omdat zij zich niet

geaccepteerd voelen. Ik weet zeker dat holebi’s welkom zijn bij de clubs maar dat wordt onvoldoende uit-

gestraald. Ik hoop dat de federatie en de clubs een standpunt innemen en dat ze inzien dat er mogelijk spe-

lers, trainers, scheidsrechters op dit moment niet in de sport aanwezig zijn omdat ze vrezen er geen plaats

te vinden vanwege hun geaardheid.” De toon is meteen gezet. Wat volgt is een mooi en open gesprek.

“Op mijn 28e ben ik uit de kast gekomen” zegt Sig-

urd Thomassen. “Eigenlijk heeft een speelster dat

voor mij gedaan. Ik kwam haar toevallig tegen op

een fuif waar veel holebi’s waren. Zij was heel ver-

rast om mij daar te zien. We hebben elkaar toen niet

gesproken. Zes weken later kende heel handbal-

lend België mijn situatie. Ik was vooral blij dat ie-

mand anders dat voor mij gedaan had. Zelf was ik

er toen al een paar maanden uit, had ik mijn zus

erover verteld en waren een beperkt aantal vrienden

op de hoogte. Voor het overige had ik er geen rucht-

baarheid aan gegeven. Ik had tot op dat moment

het gevoel in een sportomgeving te zitten die nogal

vrij mannelijk was, nogal macho zoals in het voet-

bal, en waar ik vrij veel angst had om wat er zou

gebeuren moest het nieuws naar buiten komen. Ik

was op dat moment scheidsrechter en floot wedstrij-

den in eerste klasse alsook in Europa. Tijdens een

match krijg je al zoveel naar je hoofd

geslingerd en ik had helemaal geen

zin om mensen extra voer te geven. Voor mij moest

het op dat moment niet maar plots was de geest uit

de fles. De reacties waren heel verschillend maar

allemaal positief. Een aantal mensen waren tele-

urgesteld dat ik het hen niet persoonlijk verteld had.

Anderen liet het dan weer onverschillig en vonden

dat nieuws normaal.”

“Tot op vandaag weet ik soms nog altijd niet hoe

ik met het homo zijn moet omgaan. Een half jaar

geleden was ik voor een wedstrijd in Zweden. Na

de wedstrijd was ik met mijn collega scheidsrech-

ter, een EHF-afgevaardigde en nog andere mensen

uitgenodigd voor een etentje. Op een bepaald mo-

ment werd er gesproken over privésituaties. Toen

heb ik voor het eerst publiekelijk gezegd dat er thuis

geen vrouw maar een man op mij zat te wachten. Ik

sprak eigenlijk altijd over mijn partner tot er iemand

aan tafel opmerkte dat het vrij respectloos was

dat ik niet over mijn vriend maar over mijn partner

De perceptie dat men

wel eens niet aanvaard

zou kunnen worden,

moet eruit.

sprak. Dat was heel confronterend en eigenlijk heeft

het toen helemaal mijn ogen geopend want ik betrapte

mezelf op het feit dat ik toch nog vaak een omweg

maakte in plaats van vrank en vrij te spreken over mijn

geaardheid. Ik deed dit enkel en alleen om eventuele

negatieve reacties te vermijden.”

Een tijd geleden las Sigurd Thomassen een artikel

over holebi acceptatie. “Toen ik dat artikel las voelde ik

meteen dat ik met dat zelfde probleem ooit geconfron-

teerd was geweest. Ik had destijds een vermoeden dat

ik als holebi misschien niet geaccepteerd zou worden.

Ik heb toen Wim Vos (voorzitter van de Vlaamse Hand-

balvereniging) en Bruno Willems (voorzitter Hubo In-

itia Hasselt) gecontacteerd met de vraag of clubs en

sportverenigingen een duidelijk signaal zouden willen

uitsturen naar mensen die misschien wel eens worste-

len met de angst om niet geaccepteerd te worden. De

snelheid en positieve manier hoe men hierop gerea-

geerd heeft deed mij veel plezier. Ik heb mij destijds

‘geout’ en in Hasselt heeft men mij nooit anders beke-

ken. In het Belgische handbal heb ik destijds twee keer

iets moeten horen van iemand die zich in de tribunes

dacht interessant te moeten maken door iets te roe-

pen. Die persoon kreeg meteen lik op stuk van andere

mensen in de tribunes. Zoiets blijft dan toch op één of

andere manier hangen omdat je steeds vermoedt dat

er nog zo mensen zijn die zo zouden reageren. Mis-

schien een onterecht gevoel, maar het is er wel.”

In de sportwereld is er ook een opmerkelijk verschil

tussen mannen- en vrouwensport. “Het is algemeen

geweten dat er bij de dames nogal wat lesbische

speelsters zijn. In het voetbal bij de dames is het zelfs

bijna een evidentie. Bij mannensporten zou er dan

geen enkele homo zijn? Er zijn vaak vermoedens maar

niemand die zich out. Dat roept toch veel vragen op. Ik

kende één actief lid in het handbal die homo is en als

ik nadenk over andere sporters dan moet ik het ant-

woord schuldig blijven. Ik zou het een geweldig sterk

signaal vinden als de federatie en clubs een signaal

geven door te zeggen dat iedereen welkom is, dat

er geen onderscheid gemaakt wordt tussen man en

vrouw, tussen blank en zwart, tussen hetero en holebi.

Ik zeg niet dat die aanvaarding er niet is. Die is er ze-

ker. Alleen wordt dat niet uitgestraald. De perceptie dat

men wel eens niet aanvaard zou kunnen worden, moet

eruit. Elke holebi moet zich welkom kunnen voelen in

een club. Ik ben ervan overtuigd dat er een paar hele

goede en talentvolle spelers momenteel niet in onze

sport aanwezig zijn omdat ze zich niet geaccepteerd

voelen. Jongeren die niet naar het handbal durven

komen omdat ze schrik hebben dat er gelabeld zoud-

en kunnen worden. Een signaal van een federatie en/

of club kan het durven zetten van een stap verkleinen.”

26

27