naast stages in een bedrijf en opleidingen ook een sportmodule kunnen aanbieden. Het project
loopt en binnenkort kennen we de eerste resultaten. Mijn gevoel zegt dat dit moet lukken. We heb-
ben dat ook gezien met de daklozen waarmee we de Homeless Cup georganiseerd hebben. Dat
zijn mensen die je heel moeilijk naar de arbeidsmarkt krijgt. Maar als je dan ziet dat hierdoor een
aantal mensen zich toch weer administratief in orde stelt – omdat ze opnieuw een stuk discipline
meekregen – dan toont dat toch aan dat dit soort initiatieven echt werkt.
Topsport en ondernemerschap is hetzelfde
Topsport en ondernemerschap zijn voor mij erg te vergelijken. Ik vind dan ook de rol van de
overheid hierin hetzelfde: drempels verlagen of zelfs wegnemen om topresultaten te kunnen neer-
zetten. Niet alleen in de economie maar ook in de sport. Ik hoef gelukkig zelf geen medailles te
halen of records lopen. Ik kan er wel voor zorgen dat mensen die talent hebben dat wél kunnen
realiseren. Dat kan door hen goede coaches ter beschikking te stellen of door te zorgen voor
goede sportinfrastructuur. Naar ondernemers toe is dat juist hetzelfde. Ik moet niet ondernemen
en ik moet geen mensen tewerkstellen. Maar ik moet ervoor zorgen
dat mensen die talent hebben niet met hoge drempels geconfron-
teerd worden. Als je met een bedrijf internationaal wil gaan en je
een expert wil inhuren, moeten we dat goedkoper maken zodat je
die stap sneller kan en durft zetten.
Het grote voordeel van Vlaanderen is dat we alles dichtbij heb-
ben. Alles bevindt zich zowat binnen een straal van 100 kilometer
rond onze hoofdstad: universiteiten, bedrijven en instellingen. Dat
maakt intense samenwerking een stuk eenvoudiger. Ook binnen
de ontwikkeling van topsport kunnen we hier een stuk ons voordeel
mee doen. Ik streef naar een situatie waarbij elke sport op slechts
één campus wordt aangeboden. Bijvoorbeeld zwemmen in Antwer-
pen, baanwielrennen in Gent en volleybal in Leuven. We hebben
daar zowel de topsport als een universiteit die daar technische
ondersteuning kan voor leveren. Kijk naar het nieuwe Wezenberg-
zwembad in Antwerpen. Het is ongelofelijk welke mogelijkheden
je daar hebt. Zo zijn er bijvoorbeeld onderwatercamera’s die alles
registeren. Coaches kunnen met dat beeldmateriaal hun analyse
maken en op zoek gaan naar die ene honderdste van een secon-
de die het verschil maakt. Een ander voorbeeld: aan de universi-
teit van Gent hebben ze ooit een volledige analyse gemaakt van
een training van Evi Van Acker. Zo kon men onderzoeken welke
spieren en gewrichten bij haar het meest belast worden en hoe ze
daarop kunnen inspelen. Die combinatie van universiteit, techniek
met training, trainingsinfrastructuur én topsportmogelijkheden is
een groot surplus. Het nadeel is dat je dan misschien wel van Kort-
rijk naar Antwerpen moet gaan om zwemmer te worden maar je
hebt daar dan wel alle mogelijkheden.
Administratieve vereenvoudiging
Ook op dat vlak wil ik verandering. Ik wil dat Sport.Vlaanderen meer een dienstverlenende dan
een controlerende instantie wordt. Neem het voorbeeld van de gemeenten. Ook zij hebben uit-
eraard een belangrijke rol inzake sport. Vroeger kon een gemeente subsidies krijgen voor een
viertal taken. BLOSO controleerde vervolgens of het gemeentebestuur die taken naar behoren
had vervuld. Wat hebben wij gedaan met deze regering? Het geld van sport gaat nog altijd naar
die gemeenten maar ze moeten niets meer bewijzen. Willen die gemeenten dat geld inzetten voor
sport? Uitstekend! Doen ze er iets anders mee? Jammer, want we hadden natuurlijk liever dat ze
er iets sportiefs mee zouden doen. Maar geen paperassen en geen controle meer. Daarop heb
ik tegen Sport.Vlaanderen gezegd dat ze óf konden panikeren omdat er mogelijk op gemeentelijk
vlak niets meer met sport zou worden gedaan óf dat ze de gemeenten een tool konden gaan
aanbieden om hen te ondersteunen in hun sportbeleid. Multimove voor kinderen om maar één
voorbeeld aan te halen.
Weetjes over Philip Muyters
Favoriete sport
Als minister van Sport mag je geen voorkeur
hebben. Maar, toegegeven mijn lievelingsport
is nog altijd voetbal. Daar ben ik nu eenmaal
mee opgegroeid ben en ik heb het ook heel
mijn leven gedaan. Ik ben coach geweest van
jongeren in het liefhebbersvoetbal. Maar ik hou
eigenlijk wel van de meeste balsporten. Ik heb
ook alle balsporten wel al eens gespeeld: ook
handbal natuurlijk.
Favoriete eten
Dat is een hele moeilijke maar ik ga toch pael-
la nemen. Mijn mama is geboren in Valencia
en we kregen dat dus letterlijk met de paplepel
binnen.
Favoriete vakantie
Ik ben een fan van de zuiderse landen zoals
Spanje en Frankrijk. Mijn zuiders bloed zorgt
ervoor dat ik graag naar de zon ga.
Favoriete sporter
Ik heb Hans Van Alphen In Londen leren ken-
nen en heb hem nadien nog een paar keer
ontmoet. Hij is een heel sympathiek iemand
waar ik veel bewondering voor heb. En dan is
er natuurlijk ook Marieke Vervoort. ‘Wielemie’
is een enorm sterke persoonlijkheid. Ik heb
tonnen respect voor haar en ben echt met haar
bevriend geworden.
Favoriete muziek
Ik hou niet van klassieke muziek maar heb
daarnaast een brede interesse. Dat gaat van
de Franse chansons tot hardrock. Terwijl ik
werk staat er altijd muziek op.
Favoriete film
Out of Africa met Meryl Streep en Robert Red-
ford. Ik vind dat een fantastische film met een
magistrale openingscène. Het is een film om
nog tien keer terug te zien.
Actieve sporter?
Ik fiets, loop, voetbal. Dat laatste doe ik bij de
veteranen van Belgica Edegem. We spelen
alleen vriendenmatchen. Ik speel vooraan en
wordt zoals elke spits dus afgerekend op het
aantal doelpunten dat ik scoor. Over dit jaar
kunnen we dan ook kort zijn: slechts 1 keer de
weg naar doel gevonden in 6 matchen…
Wat maakt u gelukkig?
Vriendschap en samenwerking. Samenzijn
met mensen. Als team samen dingen pres-
teren. Als je mensen kan samenbrengen die
samen een geolied geheel vormen kom je
vooruit in het leven.
Wat was u geworden als u geen minister was
geworden?
Ik denk dat ik dan in het bedrijfsleven zou ge-
bleven zijn. Ik was gedelegeerd bestuurder van
VOKA. Ik zou dat zeker nog een tijdje gedaan
hebben om nadien terug in het bedrijfs-
leven te stappen. Maar ik zou toch altijd zijn
blijven sporten.
36
37