Previous Page  36-37 / 44 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 36-37 / 44 Next Page
Page Background

naast stages in een bedrijf en opleidingen ook een sportmodule kunnen aanbieden. Het project

loopt en binnenkort kennen we de eerste resultaten. Mijn gevoel zegt dat dit moet lukken. We heb-

ben dat ook gezien met de daklozen waarmee we de Homeless Cup georganiseerd hebben. Dat

zijn mensen die je heel moeilijk naar de arbeidsmarkt krijgt. Maar als je dan ziet dat hierdoor een

aantal mensen zich toch weer administratief in orde stelt – omdat ze opnieuw een stuk discipline

meekregen – dan toont dat toch aan dat dit soort initiatieven echt werkt.

Topsport en ondernemerschap is hetzelfde

Topsport en ondernemerschap zijn voor mij erg te vergelijken. Ik vind dan ook de rol van de

overheid hierin hetzelfde: drempels verlagen of zelfs wegnemen om topresultaten te kunnen neer-

zetten. Niet alleen in de economie maar ook in de sport. Ik hoef gelukkig zelf geen medailles te

halen of records lopen. Ik kan er wel voor zorgen dat mensen die talent hebben dat wél kunnen

realiseren. Dat kan door hen goede coaches ter beschikking te stellen of door te zorgen voor

goede sportinfrastructuur. Naar ondernemers toe is dat juist hetzelfde. Ik moet niet ondernemen

en ik moet geen mensen tewerkstellen. Maar ik moet ervoor zorgen

dat mensen die talent hebben niet met hoge drempels geconfron-

teerd worden. Als je met een bedrijf internationaal wil gaan en je

een expert wil inhuren, moeten we dat goedkoper maken zodat je

die stap sneller kan en durft zetten.

Het grote voordeel van Vlaanderen is dat we alles dichtbij heb-

ben. Alles bevindt zich zowat binnen een straal van 100 kilometer

rond onze hoofdstad: universiteiten, bedrijven en instellingen. Dat

maakt intense samenwerking een stuk eenvoudiger. Ook binnen

de ontwikkeling van topsport kunnen we hier een stuk ons voordeel

mee doen. Ik streef naar een situatie waarbij elke sport op slechts

één campus wordt aangeboden. Bijvoorbeeld zwemmen in Antwer-

pen, baanwielrennen in Gent en volleybal in Leuven. We hebben

daar zowel de topsport als een universiteit die daar technische

ondersteuning kan voor leveren. Kijk naar het nieuwe Wezenberg-

zwembad in Antwerpen. Het is ongelofelijk welke mogelijkheden

je daar hebt. Zo zijn er bijvoorbeeld onderwatercamera’s die alles

registeren. Coaches kunnen met dat beeldmateriaal hun analyse

maken en op zoek gaan naar die ene honderdste van een secon-

de die het verschil maakt. Een ander voorbeeld: aan de universi-

teit van Gent hebben ze ooit een volledige analyse gemaakt van

een training van Evi Van Acker. Zo kon men onderzoeken welke

spieren en gewrichten bij haar het meest belast worden en hoe ze

daarop kunnen inspelen. Die combinatie van universiteit, techniek

met training, trainingsinfrastructuur én topsportmogelijkheden is

een groot surplus. Het nadeel is dat je dan misschien wel van Kort-

rijk naar Antwerpen moet gaan om zwemmer te worden maar je

hebt daar dan wel alle mogelijkheden.

Administratieve vereenvoudiging

Ook op dat vlak wil ik verandering. Ik wil dat Sport.Vlaanderen meer een dienstverlenende dan

een controlerende instantie wordt. Neem het voorbeeld van de gemeenten. Ook zij hebben uit-

eraard een belangrijke rol inzake sport. Vroeger kon een gemeente subsidies krijgen voor een

viertal taken. BLOSO controleerde vervolgens of het gemeentebestuur die taken naar behoren

had vervuld. Wat hebben wij gedaan met deze regering? Het geld van sport gaat nog altijd naar

die gemeenten maar ze moeten niets meer bewijzen. Willen die gemeenten dat geld inzetten voor

sport? Uitstekend! Doen ze er iets anders mee? Jammer, want we hadden natuurlijk liever dat ze

er iets sportiefs mee zouden doen. Maar geen paperassen en geen controle meer. Daarop heb

ik tegen Sport.Vlaanderen gezegd dat ze óf konden panikeren omdat er mogelijk op gemeentelijk

vlak niets meer met sport zou worden gedaan óf dat ze de gemeenten een tool konden gaan

aanbieden om hen te ondersteunen in hun sportbeleid. Multimove voor kinderen om maar één

voorbeeld aan te halen.

Weetjes over Philip Muyters

Favoriete sport

Als minister van Sport mag je geen voorkeur

hebben. Maar, toegegeven mijn lievelingsport

is nog altijd voetbal. Daar ben ik nu eenmaal

mee opgegroeid ben en ik heb het ook heel

mijn leven gedaan. Ik ben coach geweest van

jongeren in het liefhebbersvoetbal. Maar ik hou

eigenlijk wel van de meeste balsporten. Ik heb

ook alle balsporten wel al eens gespeeld: ook

handbal natuurlijk.

Favoriete eten

Dat is een hele moeilijke maar ik ga toch pael-

la nemen. Mijn mama is geboren in Valencia

en we kregen dat dus letterlijk met de paplepel

binnen.

Favoriete vakantie

Ik ben een fan van de zuiderse landen zoals

Spanje en Frankrijk. Mijn zuiders bloed zorgt

ervoor dat ik graag naar de zon ga.

Favoriete sporter

Ik heb Hans Van Alphen In Londen leren ken-

nen en heb hem nadien nog een paar keer

ontmoet. Hij is een heel sympathiek iemand

waar ik veel bewondering voor heb. En dan is

er natuurlijk ook Marieke Vervoort. ‘Wielemie’

is een enorm sterke persoonlijkheid. Ik heb

tonnen respect voor haar en ben echt met haar

bevriend geworden.

Favoriete muziek

Ik hou niet van klassieke muziek maar heb

daarnaast een brede interesse. Dat gaat van

de Franse chansons tot hardrock. Terwijl ik

werk staat er altijd muziek op.

Favoriete film

Out of Africa met Meryl Streep en Robert Red-

ford. Ik vind dat een fantastische film met een

magistrale openingscène. Het is een film om

nog tien keer terug te zien.

Actieve sporter?

Ik fiets, loop, voetbal. Dat laatste doe ik bij de

veteranen van Belgica Edegem. We spelen

alleen vriendenmatchen. Ik speel vooraan en

wordt zoals elke spits dus afgerekend op het

aantal doelpunten dat ik scoor. Over dit jaar

kunnen we dan ook kort zijn: slechts 1 keer de

weg naar doel gevonden in 6 matchen…

Wat maakt u gelukkig?

Vriendschap en samenwerking. Samenzijn

met mensen. Als team samen dingen pres-

teren. Als je mensen kan samenbrengen die

samen een geolied geheel vormen kom je

vooruit in het leven.

Wat was u geworden als u geen minister was

geworden?

Ik denk dat ik dan in het bedrijfsleven zou ge-

bleven zijn. Ik was gedelegeerd bestuurder van

VOKA. Ik zou dat zeker nog een tijdje gedaan

hebben om nadien terug in het bedrijfs-

leven te stappen. Maar ik zou toch altijd zijn

blijven sporten.

36

37