18-19 / 44
De doelman belangrijk van jongs af aan!
De handbalprofessor heeft het deze keer over de hand-
baldoelman of – vrouw. Niet alleen is deze speler heel erg
belangrijk voor het team en verdient zijn opleiding alle
aandacht. Jammer genoeg zijn er ook slechts weinig doel-
mannen en zeker doelvrouwen in Vlaanderen. En dat begint
reeds bij de jeugd. Zelfs bij de oudste jeugdcategorieën
zie je soms ploegen zonder specifieke keeper in doel. Re-
sultaat daarvan : de weinige doelmannen en - vrouwen die
doorstromen naar de senioren vanuit de jeugd! En dat zou wel
eens een probleem kunnen opleveren op termijn…
In de volgende tekst heeft de handbalprofessor
het makkelijker wijze steeds over de ‘doelman’.
Uiteraard doelt hij hiermee zowel op doelmannen
als doelvrouwen.
Het handbalspel heeft nood aan doelmannen,
zonder hen zou onze sport er anders uitzien.
Vaak is het vinden van een doelman echter een
probleem en wordt hij zowat beschouwd als het
vijfde wiel aan de wagen. Het minst behendige of
minst beweeglijke kind verzeilt dan maar in doel.
Een fout die in de Scandinavische landen nooit
wordt gemaakt, en terecht! De competenties van
een goede doelman vereisen juist een grote mo-
torische vaardigheid van deze atleet. Bovendien
is het, zowel in de competitie als in de topsport,
de doelman die het verschil kan maken voor de
ploeg. Hij kan de wedstrijd winnen. Daartegen-
over staat dat niemand een fout van de doelman
kan herstellen, elke fout is fataal. Het gevolg van
goed of slecht pareren is bepalend voor het re-
sultaat van het ganse team.
Maar hoe vinden we goede doel-
mannen?
Een goede doelman worden, begint reeds
bij de start van de handbalcarrière. Daarom
moet al bij de kleinste handballers (JM 10,
JM12 en JM14) de doelman zeker de nodige
aandacht krijgen, zonder daarom reeds te
spreken over specialisatie!
Het is hier sterk aan te raden om alle kinderen
op regelmatige tijdstippen plaats te laten nemen
in het doel. Zo leren ook zij het spel als doelman
kennen. Dat wil niet zeg-gen dat
een kind, dat echt niet in het doel wil
gaan staan, gedwongen moet worden.
Door veel aandacht te schenken aan
de doelman en spelertjes om beurt in
het doel te laten plaats nemen, kunnen
er enkele kinderen overblijven die het
verdedigen in doel best wel fijn vinden.
Het is aan de jeugdtrainer om via cor-
recte observaties deze spelers eruit te
selecteren.
Daarbij kan er gekeken worden naar
motorische veelzijdigheid, aanleg voor
coördinatie, bijzondere actie- en re-
actiesnelheid, gebrek aan angst voor
harde ballen, menta- liteit, kanaliseren
van emoties... In het begin is het daar-
naast aan te raden om met lichte bal-
len (softballen) te spelen bij het werp-
en op doel. Wanneer de kinderen nog
niet geoefend op doel werpen, is de
kans groot dat ze naar het midden van
dat doel mikken en niet naar de hoek-
en. Een harde bal recht op je lichaam
krijgen, versterkt dan ook het angst-
gevoel voor de jonge, ongetrainde
doelman.
Wanneer wordt er begonnen
met de specifieke training van
doelmannen?
Zodra de leeftijd van 11 à 12 jaar bereikt
wordt, is de tijd gekomen om de doelman-
nen hun basistechniek aan te leren en deze
te trainen. Hierbij moet rekening worden ge-
houden met hun leeftijd, gestalte en maturiteit.
per post naar
:
Vzw Sportvrienden SUS WEYN REFERENDUM
Michel De Clercq
Bosuil 80 bus 52
2100 Deurne-Antwerpen
Elke overbelasting is uit den boze. Zorg er even-
wel ook voor dat deze jonge doelmannen verder
zoveel mogelijk met de andere spelers meetrain-
en en -spelen. Dat ontwikkelt hun atletische en
spelvaardigheden en bevordert hun spelinzicht.
Al te vaak zien we kinder-
en een hele
training in doel ‘hangen’.
De eerste basis-
technieken
die aangeleerd
worden
zijn
deze
om
hoog, halfhoog en
laag geworpen ballen
doeltreffend te pareren. Al-
les vertrekt daarbij vanuit een
goede basishouding- en positio-
nering. Pas later worden meer specifieke tech-
nieken ( zoals afweertechnieken voor hoekshots
en hampelmann) aangeleerd, net als de samen-
werking met de verdediging. Het aanbrengen van
de technieken moet op een erg variabele manier
gebeuren én laat ruimte voor de ontwikkeling van
een persoonlijke ‘stijl’ van de toekomstige doel-
man. Alle doelmannen, wereldkeepers incluis, blij-
ken elk hun eigen individuele stijl te vertonen. Kijk
maar naar wereldtoppers als Mattias Andersson,
Arpad Sterbik en Niklas Landin.
Al deze technieken worden niet van vandaag
op morgen beheerst. Het kost jaren om ervaring
op te doen. Daarom moet de doelman reeds bij
de jeugd specifieke trainingen krijgen door een
gespecialiseerde trainer. Het is namelijk niet vol-
doende om de doelmannen alleen in het kader van
de werptrainingen van de veldspelers te trainen.
Door gestructureerd aandacht te besteden aan de
doelmannen zowel tijdens de groepstrainingen als
de specifieke trainingen, gecombineerd met een
goede communicatie tussen de diverse trainers en
opvolging van de speler, kan er gezorgd worden
voor een degelijke opleiding op lange termijn van
de toekomstige doelman.
Per e-mail naar:
handbalreferendum@gmail.comOPSTUREN voor 1 augustus 2016
Sportvrienden Sus Weyn
Referendum beste handballer/handbalster en scheidsrechterduo
van het seizoen 2015-2016
Beste sportvriend,
De vzw “sportvrienden Sus Weyn”, richt in samenwerking met de Vlaamse Handbalve-
reniging opnieuw haar jaarlijks referendum in om de beste speler – speelster en het beste
scheidsrechterduo van het voorbije seizoen 2015/2016 te verkiezen.
De stemprocedure bevat 2 delen:
•
De VHV verzoekt haar leden deel te nemen aan het referendum.
•
De handbalspecialisten, trainers van eerste klasse clubs en pers worden uitgenodigd
om deel te nemen.
Hoe deelnemen?
U kunt zowel bij de
mannen
als bij de
vrouwen 3 namen
invullen.
Voor de
scheidsrechters
mag U
3 koppels
invullen.
Uiteraard dienen deze in de Belgische competitie te spelen.
DE HANDBALPROFESSOR
18
19