Previous Page  12-13 / 40 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 12-13 / 40 Next Page
Page Background

sport

.

Alex Jacobs

heeft dan ook

200% gelijk als hij zegt dat

de toestand bij ons zodanig verziekt is dat

de spelers denken dat ze best tegelijkertijd

gaan werken en sporten. Er moet echt een

trendbreuk komen, zowel bij besturen als

bij spelers.”

Leerde je ook een aantal zaken uit an-

dere sporttakken?

“Contacten met andere sporten betekenden

steeds een verrijking. Iemand als Paul Pon-

net b.v. was erg bezig met hartslagmetingen.

In het atletiek, het zwemmen, bij individuele

sporten was dat een groot succes.

M a a r

hij stel-

de

zich

de vraag of dit

systeem ook relevant

kon zijn in de ploegsporten.

Voor zulke onderzoeken heb je echter tijd

en diepgang nodig, anders blijven die me-

tingen een oppervlakkig gedoe.”

Je had via de Topsportschool en als lid

en voorzitter van de technische com-

missies toch veel contacten met andere

mensen en sporttakken. Was dat niet

leerzaam?

“Absoluut. Onder impuls van o.a. Paul

Eliaerts van Bloso kwamen we drie tot vier

keer per jaar bij mekaar in Hazewinkel,

waar we contacten hadden met Ivo Van

Aken, Marc Spaenjers en andere verantwoor-

delijken. Toen al wilden we de zaken meer

centraliseren. We wilden een soort Papendal,

het Nederlandse model met veel sporttakken

op eenzelfde locatie.”

Wordt er in het handbal – en niet alleen in

deze sport – niet te weinig aandacht be-

steed aan de nazorg bij (top)spelers?

“Een terechte opmerking. Het is evenwel een

vraag bestemd voor de clubs. Hun eerste team

blijft hun uithangbord, maar er gebeurt te wei-

nig met diegenen die afvallen of ermee stoppen

om allerlei redenen. We moeten ze terug halen

voor verantwoordelijke functies in het bestuur, in

de club, misschien zelfs als scheidsrechter. Er

wordt te veel sportief kwalitatief gedacht, terwijl

andere waarden verloren gaan. De clubs moeten

zich daar vragen over stellen.”

Is trainer/coach zijn geen eenzame bezig-

heid?

“Ik kan alvast mogelijke kandidaten de raad ge-

ven: als je trainer of coach wordt om schouder-

klopjes te krijgen, begin er dan niet aan. Je moet

er immers steeds 100% voor gaan. Wat ik ook

beslis, ik moet beseffen dat het allemaal op mijn

nek terecht komt. Je weet waaraan je begint,

maar je weet nooit waar het eindigt. Ik ben in die

veertig jaren slechts één keer bedankt: bij Initia.

Datzelfde jaar ben ik nog naar Tongeren gegaan

en we speelden er kampioen.”

Was een trainersjob wel altijd te combine-

ren met een gezinsleven?

“Als je een goed trainer wil zijn, doe je dat voor

100% en dat heeft inderdaad consequenties

voor het privéleven. Mijn huwelijk is eraan ka-

pot gegaan, omdat ik toen te veel tijd in het

handbal stak. Ook daaruit leer je: ik maak

nu veel meer tijd vrij voor mijn kleinkinderen.

Het is ook zo dat een trainer nooit laat zien

aan de spelersgroep dat hij moe is of dat hij

privé-problemen heeft. Dat zou eigenlijk ook

moeten gelden voor de spelers.”

Heb je na al die jaren toch nog een droom?

“Ik bezit al veel bekers en titels, maar ooit mijn

kleinkinderen zien spelen, zou ik toch nog wil-

len meemaken.”

Marcel Coppens

Als je trainer of

coach wordt om

schouderklopjes

te krijgen, begin

er dan niet aan

12

13