H
ij werd vijftien keer Belgisch kampioen (zes keer bij de vrouwen, negen keer bij de
mannen), hij veroverde twaalf Belgische bekers (vijf bij de vrouwen en zeven bij
de mannen), hij was acht jaar bondscoach bij de mannen en vier jaar bij de vrou-
wen, maar na dit seizoen zet Jos Schouterden er definitief een punt achter als trai-
ner-coach op het hoogste niveau. Voor de 68-jarige Hasseltenaar is het welletjes
geweest. Handbal was en is nog steeds zijn leven en - op drie sudoku’s per dag na - stopt hij
ook het meeste van zijn vrije tijd in zijn favoriete sport. “En hopelijk wordt het een afscheid
in schoonheid, met een prijs voor Tongeren,” droomt de ervaringsdeskundige in dat soort
veroveringen luidop nadat hij zijn ploeg in de finale loodste. En in de play-offs wil die ook nog
haar woordje mee praten.
JOS SCHOUTERDEN STOPT ERMEE NA
40 JAREN ALS TRAINER-COACH
Ik werk nu nuttiger en efficiënter dan vroeger
40 JAAR JOS SCHOUTERDEN
Je kwam pas voor het eerst in de
actualiteit toen je begin van de
tachtiger jaren bondscoach van
de nationale mannenploeg werd…
JOS SCHOUTERDEN:
“Ik ging inder-
daad in 1979 mee als assistent-trai-
ner van Vuk Roganovic naar het
C-WK op de Far-Oer-eilanden. Een
legendarische tocht met de boot van-
uit Aberdeen in een stormweer. Van
de 200 opvarenden waren er slechts
een drietal spelers die niet zeeziek
werden: Paesen, Thielens en Kenis.
Ik herinner me dat we daar liggend
aten. Maar ook het toernooi zelf liet
een fantastische indruk na.
Nadien werd ik zelf bondscoach en
maakte het C-WK mee in Italië en
vooral in Guimaraes, waar we als
enige ploeg gelogeerd werden in
het sjiekste hotel van de stad, sa-
men met de bonzen van de interna-
tionale bond. Een gang van wel 100
meter lang met allemaal prachtige
kamers: het was daar vroeger een
klooster en momenteel is het een
hele dure pousada. Maar wij werden
er vertroeteld door een schitterende
kok en we kregen dit voorrecht om-
dat wij bij een vorig toernooi in Bel-
gië de Portugezen een uitstekend
verblijf bezorgd hadden. Ik was er
coach in een duo-baan met Eddy
De Smedt, die toen bij het BOIC be-
gonnen was. Jammer genoeg kreeg
ons prachtig verblijf geen vervolg op
sportief gebied: in de laatste match
moesten we winnen van Turkije,
maar het werd een gelijkspel. ‘Als
ik geweten had dat jullie één goaltje
meer moesten maken,’ insinueerde nadien de Turk-
se doelman, die alle ballen uit zijn doel geranseld had.”
Je deed nadien toch stuntwerk met de nationale
mannenploeg…
“De mooiste periode kwam in 1995/96.
Wij verbaasden inderdaad de handbalwereld door bij
handballand Noorwegen te gaan winnen. En in de vol-
gende campagne klopten we Wit-Rusland en Frankrijk,
dat op dat moment wereldkampioen was, en we speelden
gelijk tegen Roemenië. Schitterende campagnes met een
schitterende en talentrijke groep spelers. Maar nadien
moesten er keuzes gemaakt worden:
gingen we de professionele weg op
of niet? Het werd het laatste en we
hervielen in gemakzucht. Je zag de
groep bijgevolg stilaan afbrokkelen
en het werd meteen het einde van een
tijdperk. Op aandringen van Popovic
(toch iemand die met Joegoslavië
drie keer de Olympische Spelen had
gehaald) ben ik bondscoach geble-
ven tot 2000. Hij heeft me ontzettend
veel geleerd. Hem en Piet Moons ben
ik veel dank verschuldigd.”
Via Piet Moons kwam je als trai-
ner terecht bij Initia Hasselt.
“Ik
ben daar met veel twijfels begonnen,
want ik was er eigenlijk nog speler. Ik
vreesde dat ik te veel een kameraad
zou blijven van de spelers. Maar de
spelersgroep heeft toen gestemd en
ze wilden mij als coach. Helaas heb
ik op het einde van het seizoen tegen
de helft van mijn ‘kameraden’ moeten
zeggen dat ze het volgende seizoen
niet meer moesten komen. Startten
we aanvankelijk met de vraag wat we
moesten doen om in hoogste afdeling
te blijven, dan evolueerden we gelei-
delijk naar de eerste gouden periode
van Initia Hasselt met o.a. Brouwers
en de Smeetsen.”
Hoe kreeg je het Belgische hand-
bal
naar
een
hoger
niveau?
“Samen met Eddy De Smedt was het
onze ambitie om naar de B-groep te
promoveren. Ik deed meer het organi-
satorische werk voor de ploeg, maar
Eddy kon bondscoach worden tijdens
zijn diensttijd als gewetensbezwaar-
de. Eens die periode voorbij was,
had Eddy daar natuurlijk graag geld
voor gekregen om te blijven, maar
er was niks permanents: geen geld
en geen blijvende structuren. Eddy
is dan terug naar de unief getrokken
en Piet Moons stapte ook over naar
het BOIC. Een dubbel verlies voor het
handbal en ook Taborsky kon België
niet naar hogere regionen brengen.
”
Kwamen er nadien nog kansen om
het Belgisch niveau op te krik-
ken?
“Wij hebben dan samen met
enkele andere ambitieuze mensen
in het begin van de jaren negentig
geprobeerd om met
“
Wij versloegen Noorwegen,
Wit-Rusland
EN
wereldkampioen
FRANKRIJK
”
06
07