‘Momenteel, na tien wedstrijden, denk ik dat de
Belgische ploegen met voorsprong de BENE-
League domineren,’ meent Luc Vercauteren,
‘ze spelen vooral veel realistischer handbal. Ze
zijn efficiënter, creatiever ook wel. En dat merk
je in de stand: Lions op kop en daarachter vier
Belgische ploegen. Maar de niveauverschillen
zijn klein. Dus qua spankracht is deze com-
petitie absolute top. Momenteel helt de balans
over in het voordeel van de Belgen. Maar er is
wel een belangrijke nuance: alle Nederlandse
topspelers spelen in het buitenland, meestal in
de Bundesliga. België heeft slechts een hand-
vol spelers in buitenlandse competities. Dus de
Nederlandse top is behoorlijk afgeroomd. En
ook dat heeft een invloed op de BENE-League.
De Nederlandse ploegen zijn gemiddeld veel
jonger dan de Belgische.’
TOT SLOT: WANNEER ZAL HET
SEIZOEN VOOR MERKSEM HAND-
BAL GESLAAGD ZIJN?
‘Heel eenvoudig: als we volgend jaar opnieuw
BENE-League spelen. Liefst rechtstreeks, maar
dat wordt loodzwaar, anders via de barrages’,
besluit Patrick Luiten. ‘En wat de toekomst be-
treft, vind ik dat men serieus werk moet maken
van een waterdicht licentiesysteem. De BENE-
League kost de clubs handenvol geld, vooral
dan aan spelers. Maar ook qua marketing,
promotie, en andere zaken waar meer en meer
aandacht aan wordt besteed. Daar moet een
garantie tegenover staan. Dat is een waarborg
voor de continuïteit van de BENE-League…
Wij hebben de club intussen gesplitst. Onze top-
ploeg speelt als Merksem Handbal in de BENE-
League. Al wat daaronder zit, heet Olse Merk-
sem. Aan de top hebben we immers een sterk
merk nodig en Olse zegt niemand wat. Ik droom
nog altijd van een grote club naar Nederlands
model. Zoals het ook een droom is om binnen
die club samen te werken met andere clubs uit
de omgeving. We willen best talenten overne-
men om die bij Merksem verder te laten ontplooi-
en. En een stadsderby vind ik nog steeds een
zegen voor onze sport. Niemand begrijpt dat ik
na verlies tegen Sasja lachend rondloop. Ach
ja, we verliezen wel met 5 doelpunten. Maar die
600 toeschouwers op de tribune maken mij héél
gelukkig …’
Cois Van Aelst
34