D
ankzij tweemaal winst tegen Turkije bereikten de Red Wolves een historisch
hoogtepunt. Alwéér een, horen we velen zeggen. Want in het verleden werden
al vaker piekprestaties van onze nationale ploeg als historisch bestempeld. Tel-
kens ontbrak echter enige vorm van constante. Nu lijkt het ànders. Bondscoach
Yérime Sylla boetseerde een talentrijke groep spelers tot een homogeen kunst-
werk, inclusief mooie resultaten. België speelt eerlang een kwalificatietornooi voor het
EK 2018 in Kroatië tegen Olympisch en wereldkampioen Frankrijk, Noorwegen en Litou-
wen. En wie weet …?
NATIONALE
PLOEG
BEREIKT
ONDER BONDSCOACH
SYLLA
EEN MIJLPAAL
RED WOLVES
De nationale ploeg is altijd een zorgenkind ge-
weest. Om dat te begrijpen volstaat het even
door de Belgische handbalgeschiedenis te bla-
deren. Ergens in 1959, niet zo gek lang na de
oprichting van de BHB, werd voor het eerst een
(zaal)interland gespeeld in Luik. In de legen-
darische ‘Coronmeuse’ verloren de Belgen met
13-20 van Frankrijk B. De selectie bestond uit
spelers van toenmalig landskampioen Flémal-
le, aangevuld met een drietal Mechelaars. En
de bondscoach was ene Jean Piedboeuf, een
Luikse turnleraar en bovenal ‘handbalprofessor’
avant la lettre. Brave man, maar
erg beperkt in zijn handbalken-
nis. Jean Piedboeuf bleef ruim 12 jaar bonds-
trainer, een absoluut record. De Luikenaar over-
leefde al die tijd onafgebroken kritiek op zijn
‘onoordeelkundige beslissingen’ en ‘lamenta-
bele coaching’. Nochtans moeten scouting en
analyse van de tegenstander voor hem geen
zware opgave zijn geweest. België speelde
immers overwegend vriendschappelijk tegen
immer dezelfde landen: Nederland, GH Luxem-
burg en Frankrijk B. Kort voor een interland riep
bondstrainer Piedboeuf zijn selectie samen en
na de wedstrijd namen de spelers afscheid met
een ‘tot de volgende keer’. Bondstrainingen wa-
ren er niet of nauwelijks. Een visie of structuur
evenmin. Gewoon wat aan- modderen, zo ging
dat in die ‘pioniersjaren’ …
Witte merel
Tot er eind jaren ’60 in Dendermonde een witte
merel neerstreek. De qua handbal toch wel visi-
onaire Denis Ledegen -voorzitter KAV Dender-
monde en later VHV-voorzitter- was er zowaar
in geslaagd een buitenlandse topspeler naar zijn
club te halen. De Joegoslaaf Vuk Roganovic, van
Europacupwinnaar Crvenka, kwam als fin de
carrière uitbollen in ons land. Roganovic bracht
niet alleen kleur en spektakel in de competitie, hij
drukte ook zijn stempel op het Belgische hand-
bal. Want intussen zwol de kritiek op bondstrainer
Jean Piedboeuf almaar aan. Na de vriendschap-
pelijke interland tegen Tunesië in Luik, die onze
landgenoten met 16-24 verloren, was de maat
vol. ‘Om de Belgische handbalsport uit het slop
te halen is iedereen het er over eens: men moet
het dringend over een andere boeg gooien en het
aanwerven van een buitenlandse trainer dringt
zich daartoe in niet geringe mate op. Het tijdperk
“Piedboeuf” heeft voorgoed afgedaan en van-
daag werd dat nog maar eens overduidelijk be-
wezen in de wedstrijd tegen Tunesië…’, schreef
Het Laatste Nieuws van 23 april 1971. Exit Jean
Piedboeuf … welkom Vuk Roganovic. En on-
danks verlies in enkele oefenwedstrijden waren
de recensies in de pers eensluidend positief: ‘…
Vuk Roganovic is een ervaren vakman die de
Belgische ploeg gestalte kan geven…’
C-WK 1982
Helaas was ook zijn vakmanschap geen garantie
voor een consequent en adequaat beleid rond
de nationale ploeg. In 1976 haakte Roganovic
ontgoocheld af, geplaagd door een technische
commissie die constant worstelde met com-
munautaire problemen. Ook het bondsbestuur
deed haar duit in het zakje. In 1976 nam België
voor het eerst deel aan een C-WK met Roger
Crutzen als bondstrainer. Nadien werd de na-
tionale ploeg zelfs enkele jaren op on hold ge-
zet. Want de oprichting van de VHV, eind no-
vember 1976, was weliswaar een zegen voor de
verdere ontwikkeling van de handbalsport maar
kwam de nationale selectie geenszins ten goe-
de. Twistpunt tussen VHV en LFH was de functie
van bondscoach: de VHV bleef
06
07