Previous Page  26-27 / 40 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 26-27 / 40 Next Page
Page Background

De handbalprofessor

D

e handbalprofessor laat iedere editie even zijn licht schijnen op een van de vele as-

pectenvanhethandbalspelofvandehandbaltraining.Indezeeersteeditiewildehand-

balprofessorhetevenhebbenoverMini-handbal,debelangrijkeeerstespelvormwaar-

langs iedereen best passeert, zowel de jongere als zelfs de oudere beginner.

DE HANDBALPROFESSOR

Nochtans willen spelers, ouders en trainers vaak snel aan competitie op een groot

veld beginnen, maar dit is vaak geen goed idee! Geef kinderen de tijd om zich de basis-

vaardigheden van het handbalspel eigen te maken… En hen vooral te laten genieten !

Mini-handbal is een vorm van handbal, speciaal ontwikkeld voor de jongere leeftijdscate-

gorieën, om het handbalspel te introduceren. Het speelveld heeft ongeveer de grootte van

een basketbalveld. Het handbaldoel wordt verlaagd tot ongeveer 1m70. Het doelgebied

wordt afgebakend met een cirkel of rechte lijn op ongeveer 5 m afstand. Er wordt 3+1 tegen

3+1 gespeeld of 4+1 tegen 4+1. Er is zeker nog geen sprake van competitie! Bij voorkeur

worden soft- of streethandballen gebruikt. Bij gevorderde spelertjes kunnen ook minihandbal-

len (maat 00) worden gebruikt zodat ook de dribbelvaardigheid kan geoefend worden in

wedstrijd. De basisspelregels worden aan de kinderen al spelenderwijs aangeleerd en toe-

gepast. Het is belangrijk dat de kinderen continu worden bijgestuurd zodat zij maximaal kun-

nen leren. Spelplezier staat centraal!

MINI-HANDBAL: EEN SPEL EN EEN FILOSOFIE !

Mini-handbal is een ideale manier om de tactische basisvaardigheden aan te le-

ren en elk kind betrokkenheid in het spel te geven! Er zijn meer balcontacten voor

alle spelers, meer aanvalsacties, betere balcontrole, meer werpkansen, meer doel-

punten en dus ook meer succesbeleving en leerervaring! Kinderen worden gecon-

fronteerd met een minder complexe situatie, wat het samenspel bevordert. Ook bij

oudere beginnende spelers is mini-handbal een goede manier om het handbalspel

aan te leren. Stap zeker niet te snel over naar handbal op een groot terrein en in

competitieverband!

Tijdens de wedstrijdjes Mini-handbal is het belangrijk de kinderen vrij te laten spelen. Cre-

atief en vrij spelen moet absolute prioriteit krijgen. De kinderen zullen automatisch enkele

algemene offensieve/defensieve principes aanleren, zonder dat deze de creativiteit beperk-

en. Dit wil evenwel niet zeggen dat er zonder tactische richtlijnen wordt gespeeld. Zo is het

bijvoorbeeld belangrijk dat er zo offensief mogelijk verdedigd wordt om in balbezit te gerak-

en, in een eerste fase best d.m.v. mandekking over het hele veld. De spelertjes verdedigen

vanaf het moment dat de bal verloren is. De omschakeling tussen aanval en verdediging is

dus onmiddellijk. De verdediger leert daarbij in eerste instantie tussen zijn aanvaller en het

eigen doel te blijven, ook als de aanvaller geen bal heeft. Vanuit deze positie tracht de speler

in balbezit te komen. Dat moet steeds de betrachting zijn. De trainer leert de spelers aan om

in iedere situatie de bal aan te vallen bv.: wanneer de tegenstrever dribbelt, wilt pass geven,

stilstaat en de vrije man zoekt. In een latere fase tracht hij de pass naar zijn man te onder-

scheppen. M.a.w. de aanvaller wordt continu onder druk gezet. Het veroveren van de bal pro-

beert de speler te bereiken zonder het maken van een fout. Er wordt geen lichaamscontact

toegelaten, dit start pas in de JM12 categorie. Vanuit deze verdedigende basisvaardigheden

kan de trainer nadien verder werken.

Aanvallend dienen de aanvallers in eerste instantie de ruimte te leren gebruiken, niet op 1 lijn

te spelen maar ook de diepte te benutten en vooral doelgericht te kijken. Ze moeten leren de

vrije medespelers aan te spelen en natuurlijk ook zonder bal zichzelf doelgericht vrij te lopen

om aanspeelbaar te zijn. De eerste basistechnieken, doelen, passen, vangen en dribbelen

vragen al heel wat aandacht. Belangrijk voor dit alles is de ontwikkeling van de waarnemings

en oriënteringsvaardigheid. De keeper mag niet over de middellijn komen. Vaak wordt dit

als hulpmiddel ingeroepen als de aanvallers niet voldoende aanspeelbaar zijn. Bij een extra

keeper in aanval is het evenwel niet stimulerend voor de verdedigers die mandekking toe-

passen om dit vol te houden. Het is beter om de aanvallers te leren vrijlopen. De keeper mag

wel als aanspeelpunt fungeren op zijn terreinhelft.

26

27