die eerste overwinning de bezwaren vergeten. Er stond een solide
ploeg, die attractief en snel handbal bracht, en vanuit een collectief
sterke defensie opereerde. Enkel fysiek en qua kracht ontbrak er
iets. Nadien volgden nog wedstrijden tegen Jong Jong Oranje (de
Nederlandse -18) en Jong Oranje (junioren), als sluitstuk van een
stage in het Nederlandse Panningen. Tegen Jong Oranje werd ver-
loren, de enige nederlaag totnogtoe.
‘Dat Nederlandse luik van onze voorbereiding was bijzonder leerrijk,
een zeer positieve ervaring,’ vervolgt Linde Panis. ‘Eigenlijk was het
de bevestiging, de verantwoording van het project. We hebben het
eerste deel van ons programma opnieuw afgesloten met winst tegen
een Franse ploeg in Kortrijk, jammer genoeg ook met een zware
blessure voor Kristien Leonaers. Zij is een van de sterkhouders,
zowel voor haar club Visé als voor de nationale ploeg, en ze zat echt
opnieuw in topvorm.
Of dit de sterkste nationale selectie is ? Absoluut! Ach, er zijn enkele
speelsters die er wellicht nog bij horen, maar die omwille van gebrek
aan ambitie of andere redenen er niet bij zijn. Uiteraard is het ook
jammer dat we een supertalent als Xenia Smits moesten afstaan
aan Duitsland. Anderzijds is zij ondanks haar carrière in het buiten-
land toch altijd een rolmodel voor onze speelsters gebleven. Xenia
sluit zich ook niet af van haar roots. Ze heeft gekozen voor topsport,
waar wij helemaal nog niet klaar voor zijn. Maar ze is een mo-
rele steun voor ons. Ze motiveert ook andere talenten op weg naar
een buitenlands avontuur. Momenteel hebben we toch een drietal
meisjes in de nationale selectie die in een buitenlandse competitie
spelen. En er zullen er nog volgen.’
Doelstellingen
‘Waar we naartoe willen met de nationale selectie ? Onze ambitie is
vanop termijn verder te groeien. Akkoord, dat is vrij vaag als objec-
tief, maar we willen stap voor stap evolueren. We hebben ook maar
een beperkt budget. Ik zou graag internationale tornooien spelen
met landen op ons niveau of net hoger, en op langere termijn deel-
nemen aan een echt kwalificatietornooi. Het heeft geen zin om tegen
Denemarken te spelen. Dat werkt enkel maar ontmoedigend. Boven-
dien, en ik herhaal dat, zou ik het erg appreciëren als de meiden zelf
het initiatief zouden nemen om met hun club te investeren in kracht-
training. Nu al help ik enkele meisjes met hun krachtprogramma,
maar iederéén moet er aan meewerken.
Onze sterke punten ? Ongetwijfeld onze snelheid. We trainen ook
veel op anticiperen, op verdediging, op de tegenaanval. Schotkracht
en power ontbreken nog te zeer, dus moeten we het hebben van
beweeglijkheid, snelheid en techniek, en van offensief verdedigen.
Ook wel van onze creativiteit. Daar werken we extra op. Altijd, en
ik blijf dat herhalen, met de ons beperkte financiële middelen hé.
De nationale damesselectie zit mee in dat globaal plan rond de
nationale ploegen. Een plan waar hard wordt aan gewerkt door de
verantwoordelijke beleidsmensen. Momenteel is er voor de dames
niet echt veel budget, we moeten de tering naar de nering zetten
en zo economisch mogelijk omgaan met stages en oefenmatchen.
Laat ons het zo stellen: ik hoop dat de Red Wolves slagen in hun
ambitieuze opzet, dan profiteren de dames haast automatisch van
die positieve flow.’
Nederland speelde de finale op het EK tegen Noorwegen.
Oranje als grote voorbeeld ?
Linde Panis
: ‘Veel te hoog gegrepen. Oranje is een lang verhaal,
begonnen met de Meiden met een Missie van Bert Bouwer. Neder-
land heeft een competitie op hoog niveau. Bovendien spelen heel
veel meisjes van Oranje in buitenlandse topcompetities. Oranje
wordt ondersteund door een ruim en ambitieus project. Als je ziet
wat die meiden ter beschikking hebben in Papendal, het nationale
trainingscentrum, dat is gewoon ongelooflijk. Kunnen wij enkel van
dromen. Dat begint met een pool van talenten die wij niet hebben.
Daarbij: professionele begeleiding, ook qua verzorging en voeding.
Die EK-finale is het resultaat van een verregaande mentaliteits-
wijziging, een proces van jaren. En dan is het toch zo verdomd jam-
mer dat onze Topsportschool werd afgebouwd. Want daarin zit de
kiem van de huidige nationale damesselectie.
Intussen moeten wij verder roeien met de riemen die we hebben.
In de nabije toekomst hebben we een stage in de paasvakantie.
In juni spelen we tegen de Franse juniorenselectie. Naar volgend
jaar toe zijn we opnieuw uitgenodigd voor de stage in Nederland.
Maar ik had er toch graag een echt tornooi bij gehad en in die op-
tiek worden momenteel contacten gelegd met landen die qua niveau
vergelijkbaar zijn. Er zijn ook veel jonge talenten op komst, meisjes
die we op dit moment nog onvoldoende kunnen bieden. Als we met
het dameshandbal vooruit willen moeten we dat met zijn allen doen,
met de federatie maar ook met de clubs. Ambitie durven tonen, extra
trainingsarbeid creëren, werkingsmiddelen zoeken, en zeker onze
jeugd niet vergeten. Onze pool moet breder worden in de toekomst.’
De Belgium Ladies …
Jilly Achten, Sofie Geutjes en Iris Peeters
Qubic Achilles Bocholt
Sinne Bes
DHW Antwerpen
Fien Boons, Kristien Leonaers, Sara Marteleur, Monia Masrouki,
Vera Mennicken en Maureen Racz
Fémina Visé
Elise Dessauvage, Carmen Lips, en Julie Roete
DHT Middelkerke-Izegem
Julie Ketels, Stefanie Van den Abeele, Clara en
Marlies Verschuuren
DHC Waasmunster
Edel Robyns en Michelle Smekens
Hubo Initia Hasselt
Nele Antonissen
V&L Geleen, NL
Andrea Mertens
Oldenburg, DUI
Dagmar Nelissen
FC Köln, DUI
Staf
Linde Panis, Veerle Permentier, Marijn Peters,
Laurens Van Geneugden, Giannoula Tsakitzidis,
Valérie Bruninx, Stephanie Smet
Cois Van Aelst
30
31