Om kwalitatief beter te worden, heb je ook goede trainers nodig. Lukt
dat zo’n beetje?
“Wij zijn het volmondig eens met de uitspraak dat de jeugd de beste trainers moet krij-
gen. Pas op, onze eerste ploeg heeft natuurlijk ook een goede trainer, maar iemand die
de meisjes bij de -10-jarigen of de -12-jarigen nog veel kan bijbrengen, is van onschat-
bare waarde. Eigenlijk vind ik dat mijn moeilijkste opdracht: de gepaste trainers vinden
voor elke categorie speelsters. En liefst dan nog gediplomeerde trainers.”
Heb je geen speelsters die al eens proberen elders (lees: hoger) aan de
bak te komen?
“Weinig of niet. De dochter van onze voorzitster gaat wel trainen bij Bocholt, maar ze
geeft tegelijkertijd nog trainingen aan de meisjes binnen onze club.”
Vele zusjes hebben ook broertjes. Kunnen die bij een damesclub terecht
of hoe lossen jullie dat op?
“Bij ploegen als b.v. Neerpelt kennen ze een gemengde jeugdwerking. Maar je hoort
toch regelmatig dat meisjes vanaf een bepaalde leeftijd niet meer zo graag in dezelfde
ploeg spelen als jongens. Ook al omdat ze er mettertijd geen kans meer krijgen om te
spelen. In een gemengde ploeg blijven de meisjes dikwijls op de bank zitten. Bij ons
is het principe dat winnen op zich niet belangrijk is. Beter worden, mag natuurlijk wél.
Maar we maken de ouders er tijdig attent op dat hun zoontjes bij ons mogen spelen tot
in het tweede leerjaar, maar dat ze nadien naar een mannenclub moeten overschake-
len. Gelukkig is er een nogal goede verstandhouding met HC Overpelt, de mannenclub,
die trouwens in dezelfde sporthal traint als wij.”
Streven jullie naar nog méér leden?
“Zoals ik al zei, hebben wij nog amper promotie nodig. Onze sporthal is nu al volledig
bezet qua trainingsuren en soms moeten we zelfs verplicht op een half terrein oefenen.
Toch ook wel een teken dat we goed bezig zijn, niet?”
Krijgen jullie ook in het jeugdbestuur steeds nieuwe gezichten?
“Absoluut. Ook dat is een goede zaak. De verjonging zet zich mettertijd door. We moe-
ten mee met een aantal evoluties in het handbal. Dat merk je ook aan de trainingen: die
worden momenteel veel eenvoudiger en volgens een simpeler methode uitgelegd dan
vroeger. Toen was er nog geen sprake van loopscholing of specifieke keeperstraining.
Nu wel.”
Heb je wel eens tijd om naar wedstrijden te gaan kijken in een hogere
afdeling?
“Ikzelf zeker niet. Ik moet van alle ploegen de evaluaties regelmatig bijhouden en bo-
vendien werk ik meestal nog in het weekeinde. Maar de vrouwen van de eerste ploeg
gaan wel eens kijken naar Bocholt. We hebben ook meisjes die in de regionale selecties
zitten en die moeten ook opgevolgd worden. Misschien zit daar wel ooit een interna-
tionale speelster bij.”
Wat is nog jouw droom in het handbal?
“Goh, moeilijke vraag. Ik droom er wel van dat mijn dochter van 9 jaar blijft handballen
en dat ze misschien een hoog niveau kan halen.”
Marcel Coppens
41