Previous Page  13 / 40 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 13 / 40 Next Page
Page Background

Maar wat ben je met een grotere

kwantiteit als er onvoldoende kwali-

teit is. Dan krijg je geen resultaten.

Kijk naar IJsland met

zijn amper 300.000

inwoners, de helft

van Groot-Ant-

werpen of de

provincie Lim-

burg. Maar zij

speelden wel

de olympische

finale in 2008

tegen Frankrijk.

Breedtesport is

goed voor de

cohesie, voor

het

sociale

luik in de

sport, maar

dan moet je

ook kwalitatief

werken met die basis. Het cli-

ché: de beste trainers moeten eigenlijk

de jeugd trainen.

Ken je het voetbalverhaal van datzelfde

IJsland, één van de revelaties op het laatste

EK voetbal? Ze hebben in dat land zeg maar

30.000 voetballers, maar ze hebben daar voor

de jeugd 200 trainers met een UEFA-B-licentie

aangetrokken en 50 trainers met een A-licentie!

We moeten investeren in kwaliteit, ook op ge-

bied van scheidsrechters. Ik krijg vanuit Ned-

erland complimenten dat we uitstekende refs

hebben, maar ze krijgen misschien te weinig

aandacht en steun bij de clubs en bij de KBHB.

Drie koppels die geregeld meespelen in de

Europese (sub)top moet een doelstelling zijn,

liefst ook nog met een damesduo.”

Je kent de sport, je kent de gevoe-

ligheden bij een aantal mensen, bij jouw

relaties. De inbreng van zulke mensen

van buiten de federatie schrikt je niet af.

Denk je dan aan de inschakeling van b.v.

ex-handbalcoach Eddy De Smedt?

(lacht) “Eddy is een goede vriend. Dat zou ze-

ker niet slecht zijn, maar hij blijft bij het BOIC tot

januari 2019…”

Als je na zes jaar voorzitterschap zou te-

rugblikken, treffen we dan een tevreden

voorzitter aan?

“Hangt ervan af. Hebben we tegen dan een

professionele managementstructuur opge-

bouwd, die kwalitatief is onderbouwd en blijft

de ambitie levendig om onze doelstellingen

tot in 2028 te realiseren, dan kan het niet an-

ders of al de rest is ook positief. Ik zou dan

met plezier de fakkel doorgeven aan een

jong, professioneel en ambitieus team. Mo-

cht ik daartoe nog kunnen bijdragen, dan zou

ik dat als een mooi afscheid aan de actieve

sport beschouwen.”

Heb je daarnaast nog tijd voor andere

bezigheden?

“Ik heb intussen vier kleinkinderen, die ook een

stuk aandacht opeisen. Ik ben nog voorzitter

van de JEP (Jury voor Ethische praktijken in de

Reclame), een job waarmee ik elke week toch

minstens één dag bezig ben. Ik zit in de raad

van bestuur van AMAB, een maatwerkbedrijf,

en in de raad van bestuur van YAR (Youth At

Risk), jongeren die in aanraking kwamen met

het gerecht en die de kans krijgen om negen

maanden aan zichzelf te werken omringd door

een professioneel kader en tot slot zit ik ook

nog in de werkgroep “Good Governance in

Sport’. Je hoort er nog van!”

Marcel Coppens

INVESTEREN IN KWALITEIT

13