Maar wat ben je met een grotere
kwantiteit als er onvoldoende kwali-
teit is. Dan krijg je geen resultaten.
Kijk naar IJsland met
zijn amper 300.000
inwoners, de helft
van Groot-Ant-
werpen of de
provincie Lim-
burg. Maar zij
speelden wel
de olympische
finale in 2008
tegen Frankrijk.
Breedtesport is
goed voor de
cohesie, voor
het
sociale
luik in de
sport, maar
dan moet je
ook kwalitatief
werken met die basis. Het cli-
ché: de beste trainers moeten eigenlijk
de jeugd trainen.
Ken je het voetbalverhaal van datzelfde
IJsland, één van de revelaties op het laatste
EK voetbal? Ze hebben in dat land zeg maar
30.000 voetballers, maar ze hebben daar voor
de jeugd 200 trainers met een UEFA-B-licentie
aangetrokken en 50 trainers met een A-licentie!
We moeten investeren in kwaliteit, ook op ge-
bied van scheidsrechters. Ik krijg vanuit Ned-
erland complimenten dat we uitstekende refs
hebben, maar ze krijgen misschien te weinig
aandacht en steun bij de clubs en bij de KBHB.
Drie koppels die geregeld meespelen in de
Europese (sub)top moet een doelstelling zijn,
liefst ook nog met een damesduo.”
Je kent de sport, je kent de gevoe-
ligheden bij een aantal mensen, bij jouw
relaties. De inbreng van zulke mensen
van buiten de federatie schrikt je niet af.
Denk je dan aan de inschakeling van b.v.
ex-handbalcoach Eddy De Smedt?
(lacht) “Eddy is een goede vriend. Dat zou ze-
ker niet slecht zijn, maar hij blijft bij het BOIC tot
januari 2019…”
Als je na zes jaar voorzitterschap zou te-
rugblikken, treffen we dan een tevreden
voorzitter aan?
“Hangt ervan af. Hebben we tegen dan een
professionele managementstructuur opge-
bouwd, die kwalitatief is onderbouwd en blijft
de ambitie levendig om onze doelstellingen
tot in 2028 te realiseren, dan kan het niet an-
ders of al de rest is ook positief. Ik zou dan
met plezier de fakkel doorgeven aan een
jong, professioneel en ambitieus team. Mo-
cht ik daartoe nog kunnen bijdragen, dan zou
ik dat als een mooi afscheid aan de actieve
sport beschouwen.”
Heb je daarnaast nog tijd voor andere
bezigheden?
“Ik heb intussen vier kleinkinderen, die ook een
stuk aandacht opeisen. Ik ben nog voorzitter
van de JEP (Jury voor Ethische praktijken in de
Reclame), een job waarmee ik elke week toch
minstens één dag bezig ben. Ik zit in de raad
van bestuur van AMAB, een maatwerkbedrijf,
en in de raad van bestuur van YAR (Youth At
Risk), jongeren die in aanraking kwamen met
het gerecht en die de kans krijgen om negen
maanden aan zichzelf te werken omringd door
een professioneel kader en tot slot zit ik ook
nog in de werkgroep “Good Governance in
Sport’. Je hoort er nog van!”
Marcel Coppens
“
INVESTEREN IN KWALITEIT
”
13