ben een grote fan van Nikola Karabatic (twee keer
Olympisch kampioen, vier keer Wereldkampioen,
drie keer Europees kampioen). Een ‘beest’ van een
speler. Hij is ook de enige die zowel in de Franse
ploeg als bij PSG zestig minuten op het terrein
staat. Hij kan werkelijk alles. Ik hou ook meer van
het Franse en het Joegoslavische handbal omdat
het veel technischer is dan b.v. het Duitse handbal,
dat vooral op kracht gebaseerd is.
De verschillen met vroeger? Het gaat nu allemaal
veel sneller. Alles is ook meer gebaseerd op werk-
kracht. Ik denk dat de huidige generatie Belgische
spelers beter begeleid wordt, er komt een bredere
kijk op het handbal zodat nagenoeg iedereen wel
wil meespelen, ze hebben in Sylla een uitstekende
trainer. Ik vind alleen dat het soms ontbreekt aan
de noodzakelijke frivoliteit in hun spel. Qerimi miss-
chien of het grote talent van de toekomst Pieter
Strauven, ja, die hebben dat. Positief is dan weer
dat de televisie aanwezig is bij de matchen van de
nationale ploeg. Heel goed voor de promotie van de
sport. Ik denk dat we op de goede weg zijn. Ik stel
ook vast dat de Belgische clubteams momenteel
sterker zijn dan de Nederlandse en dat de BENE-
League heel veel goed doet aan het niveau van
onze spelers. Er zijn al enkele grote stappen gezet,
er is een betere omkadering en er komt stilaan be-
langstelling van de media. Toen wij wonnen van
Frankrijk of Noorwegen werd dat amper vermeld.”
TOEKOMST
Maar Jo Delpire heeft ook oog voor de toekomst
van de Red Wolves. “Het is duidelijk dat deze spe-
lersgroep ervaring mist. Het kan dus zeker geen
kwaad dat er een aantal spelers naar het buiten-
land gaat. Indertijd deden toppers als Polfliet of
Huygen dat ook richting Duitsland. Dat er enkele
Belgische handballers naar Cesson, de ploeg van
bondscoach Sylla, gaan, is zeker een goede zaak.
Hoewel Cesson niet echt een topploeg is in Frankrijk
en misschien wel de club is met het laagste budget
van de Liga A, zullen ze zeker leergeld betalen te-
gen de topploegen uit de Franse competitie. Maar
dan moeten ze zeker zijn dat ze bij hun buitenland-
se ploeg kunnen spelen. Thomas Cauwenberghs
speelt ook bij een Franse club, maar ziet zijn optre-
dens geblokkeerd door een Noorse speler op zijn
positie. Het zou ook een goede zaak zijn, mochten
wij in België de organisatie toegewezen krijgen van
een EK, samen met Frankrijk en Spanje. Het zou
zorgen voor een nieuw elan en onze sport in ‘the
picture’ zetten. Er zijn grote stappen gezet en waar-
om niet durven dromen. Al moet je al stevig dromen
om een nationale ploeg op de Olympische Spelen
te zien als je weet dat de top-10 van de wereld zich
in Europa bevindt en dat die niet eens allemaal mo-
gen meedoen aan de Spelen.
Maar het kan zeker geen kwaad mochten er wed-
strijden of stages geprogrammeerd worden tegen
buitenlandse ploegen zoals wij bij Sint-Truiden
ruilstages organiseren met een club uit Parijs en
nu ook uit Guadeloupe. We werken daarvoor ook
samen met Stayen, waar die gastploegen het hotel
mogen gebruiken. Samenwerking: daar geloof ik
wel in.”
Marcel Coppens