“Er zijn meerdere redenen waarom we opnieuw
met een damesteam zijn begonnen” zegt Linde
Panis. “We willen het Belgische dameshandbal
nadrukkelijk op de kaart zetten, onze speelsters
een doel geven en hen tegelijk de kans bieden
om zich verder te ontplooien. We zijn vertrokken
van een selectie van speelsters die jong en am-
bitieus zijn en die hun talent en engagement al
bewezen hebben bij de jeugdselecties. Als je
daar nog enkele ervaren speelsters aan toe-
voegt die dezelfde ambitie en motivatie hebben
als de jongeren dan krijg je een sterk en kneed-
baar geheel. Dit is een groep voor de toekomst
en zal aangevuld worden met de W19 die ei-
genlijk een kweekvijver voor talent en tegelijk
een springplank naar de nationale ploeg is. Zij
hebben een intensief trainingsprogramma en
namen in maart deel aan een Europees kwa-
lificatietornooi in Slowakije. Op middellange ter-
mijn willen we ook officiële interlands spelen
maar zover zijn we nu nog niet.”
“De wedstrijden van ons nationaal damesteam,
Black Arrows, onlangs tegen Groot-Brittannië
verdienen alle aandacht en steun vanuit de
handbal- community in ons land” aldus Piet
Moons, voorzitter van de Koninklijke Belgische
Handbalbond. “Zonder onderscheid dienen wij
elke nationale ploeg te ondersteunen in ver-
houding tot de gedrevenheid en het profes-
sionalisme dat aan de dag gelegd wordt. Véél
succes aan de ‘Black Arrows’ om nu de verdere
stappen te zetten naar een stevig onderbouwd
nationaal team met eveneens een bijzondere
en blijvende aandacht voor de jeugdselecties.”
Het ontbreken van middelen is één reden waar-
om de Black Arrows die stap nog niet kunnen
zetten maar ook fysiek moet het team nog ster-
ker worden. “Uit wedstrijdanalyses is gebleken
dat de Black Arrows tactisch en technisch het
niveau aankunnen maar dat ze nog niet sterk
genoeg zijn. De Fransman Mickael Dieryckx
werd aangetrokken als conditietrainer en moet
de speelsters de volgende stap helpen zetten.
We willen onze speelsters zo goed mogelijk
omkaderen en hen met onze beperkte midde-
len ondersteunen. Daarom gaat het misschien
wat trager maar we werken in de goede rich-
ting. Stapsgewijs willen wij onze plaats op de
Europese ranking weer kunnen innemen” zegt
Linde Panis.