Handbal Xtra - 56
PLAN A OF PLAN B? ‘Of in september een normale competitiestart mo- gelijk is? Ik denk het wel. Zoals de cijfers nu evol- ueren en er almaar meer versoepelingen komen, lijkt mij dat ook een gunstige evolutie voor het handbal. Plan A voorziet in versoepelingen vanaf juli en verder in een normale heropstart van de algehele competitie. Dat betekent dus normale trainingen, een normale voorbereiding, een nor- male start van de competitie zowel nationaal als regio’s. In het slechtste geval is er nog een plan B, waarin we alles met een maand moeten uitstel- len en pas in oktober de competitie heropstarten. Maar ik blijf optimistisch en geloof in een normaal handbalseizoen. VERLIES TOPSPORTSTATUUT Ondanks de relatieve inactiviteit op de hand- balscène was er ingrijpend nieuws uit de coulis- sen. Sport Vlaanderen zette een streep onder het topsportstatuut van handbal. Wat is de impact daarvan voor onze sport? Jelle Vonckx: ‘Sport Vlaanderen heeft de strat- egische krijtlijnen voor topsport behoorlijk ver- strengd. En daar is handbal het slachtoffer van. Er wordt van een sport verwacht bij de top 8 van de wereld te behoren. Top 8, jawadde hoor ik zeggen … Ik moet er geen tekening bij maken hé, voor ons handbal is dat momenteel vrijwel onmogelijk. Daarom had ik een stappenplan voorgesteld om te werken binnen een kader waarin dat streefdoel op lange termijn mogelijk zou zijn. Sport Vlaan- deren heeft daarop beslist wel gesprekspartner te willen blijven, maar momenteel geen toegevingen te kunnen doen qua topsportstatuut. Perspec- tieven zijn er zeker, maar we moeten gewoon de weg die we vier jaar geleden gekozen hebben blijven volgen. Vier jaar geleden zijn we gestart met een stappenplan richting top 8 van Europa, wat voor handbal hetzelfde betekent als top 8 van de wereld. Jammer genoeg heeft de overheid me- teen na de eerste stap beslist het project niet meer te steunen. Sport Vlaanderen is daar zeer streng in: top 8 of de kraan toe. Wat nu? Wel, voor ons moet de eerste stap pro- fessionalisering zijn, zowel van de clubs als van de federatie. Concreet, zoveel mogelijk profspelers in de nationale ploeg. Als je ziet welke ploegen deelnemen aan het EK dan merk ik bitter weinig spelers die geen prof zijn. In die zin moeten we jongens als Quinten Colman en Sébastien Dane- si aanmoedigen en steunen bij hun stap naar het buitenland. Beiden zijn nog vrij jong -jonger dan spelers die die stap al vroeger hebben gezet- en hebben dus nog heel wat groeimarge. Hopelijk hebben zij een langere profcarrière zodat wij -lees de nationale ploeg- er ook langer plezier kunnen aan beleven. Als die trend zich doorzet denk ik dat we voor het eerst kunnen hopen op kwalificatie voor een groot tornooi, een EK bijvoorbeeld. Zo’n kwalificatie zorgt doorgaans voor een sneeuw- baleffect. Er komt meer belangstelling, jonge spe- lers zien dat als voorbeeld, er komt een aangroei van leden, en zo meer. Dat moet de doelstelling zijn.’ RED WOLVES Topsport, dan denken we meteen aan onze Red Wolves. Wat is de stand van zaken van de na- tionale ploeg na het wegvallen van de EK-kwal- ificatie? Jelle Vonckx: ‘Dat zit betrekkelijk goed hoor. Uiter- aard was er de ontgoocheling bij zowel spelers als staff dat we de EK-kwalificatie niet mochten spe- len. Dat heeft er serieus ingehakt. Maar intussen zijn we toch al enkele weken bezig met planning. Samenkomen met de staff, telefonische contacten met de spelers, allemaal in functie van een herop- start. Volgend jaar is er de WK-kwalificatie, en dat willen we goed voorbereiden met de groep. Om te beginnen met een nauwgezette planning hoe we de campagne moeten aanpakken. Wie kan zich vrijmaken? Op welke spelers kunnen we maxi- maal rekenen? Wat is het engagement? Want als we echt willen professionaliseren kan dat enkel met een gemotiveerde spelersgroep die zich on- voorwaardelijk engageert voor de hele rit. Nederland? Ja dat moet een voorbeeld zijn, ab- soluut. Oranje is het bewijs dat het kan, als we het maar structureel aanpakken. Veel Neder- landse topspelers kozen de BENE-League als springplank om op jonge leeftijd de stap naar een buitenlandse topcompetitie te zetten. Voor Oranje is dat doorgaans Duitsland. En voor de clubs, ook voor onze clubs, is zo’n buitenlands avontuur ook een bonus. Want die jongens komen op termijn terug en brengen veel ervaring en expertise mee voor de eigen competitie, voor de eigen club. Een win-winsituatie dus.’ Tot slot wil de zeg maar ex-TD van de VHV ein- digen op een positieve noot. Want voor hem is de toekomst van ons handbal absoluut hoopvol. Ik denk dat we na zo’n rampjaar enkel vooruit kunnen en moéten kijken. Ik hoop dat men in de clubs zal beseffen dat men verder moet durven blikken dan de kerktoren, dan de eigen club. Dat men het ruimere belang van onze sport voorrang moet geven. En vooral, geen zevenmijlslaarzen aantrekken, maar stapsgewijs het sportieve laten primeren op de rest. En dan kunnen we als sport vooruitgang boeken, daar twijfel ik niet aan.’ Cois Van Aelst
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MjkyODgz