Handbal Xtra 55

r u i d e n ballers wél mogen trainen) en de groep boven 12 jaar (die dus al maanden niet kan en mag trainen).” Hoe is de sfeer binnen deze groep? “Iedereen is echt enthousiast bezig. De groep die nu verplicht niet mag trainen vindt dat héél erg. Deze club is een ideale manier om aan sport te doen voor velen die dat anders nooit zouden kunnen. Vooral het groepsgebeuren is heel belangrijk. Hier komen ze immers terecht in een ploegje met extra mogelijkheden, waar ze zich met plezier kunnen uitleven. En dat tot grote vreugde van hun ouders.” Zij moeten immers constant instaan voor de begeleiding van hun kinderen… “Maar ook zij doen heel enthousiast mee en ze waarderen heel erg wat wij doen. Het is ook een groep ouders die goed aan mekaar hangt. Zij gaan nagenoeg allemaal mee naar wedstrijden of toernooien. Ook al is dat naar Uilenspiegel in Wilrijk of als we naar Nederlands-Limburg trek- ken voor toernooitjes. Zelfs toen we in Venlo gingen spelen, waren ze present. Maar ze heb- ben nu wel pech dat er door Corona geen toer- nooitjes meer zijn en dat ze mekaar gedurende een half jaar minimaal gezien hebben.” Wat kan er nog verbeteren voor het G-hand- bal? “Wij zouden graag zien dat onze sport nog een forse uitbreiding kent en dat er in Vlaanderen meer G-handballers bijkomen. Nu blijven het dikwijls relatief verre verplaatsingen, maar het zou leuker zijn, mocht er een soort competitie georganiseerd worden. Natuurlijk zijn we tevre- den met de komst van een nieuwe ploeg als Aarschot, maar zoals het bij andere handballers ook het geval is: trainen vinden ze eerder saai, maar wedstrijden spelen, vinden zij ‘de max’.” Heb je bij jullie ploeg af te rekenen met een aantal specifieke problemen? “Het grootste probleem bij ons is, dat het niveau van de spelers heel uiteenlopend is. Je hebt de categorie -12 jaar, bij wie je ziet dat er een aan- tal spelertjes zijn, die haast zeker verder kun- nen aarden in de ploeg +12-jarigen, maar er zijn er ook die nog altijd niet goed weten waarmee ze bezig zijn. Bij de oudsten zitten we toch ook