Handbal Xtra 55

met het bevorderen van goede relaties. De vorige Vlaamse voorzitter Wim Vos komt hier graag wel eens eten en – om boetes te vermijden – ook wel slapen. En ik ben peter van het vierde kind van Geert Debusschere. Ik probeer met mensen uit alle landsgedeelten overeen te komen. Noem mij maar een Belg, die met iedereen wil praten. Je hebt wel bepaalde plannen met de nationale ploegen. Laat horen! “Ik wil geen doelstellingen formuleren voor de eerste twee jaren. Kijk naar het parcours dat de Nederlandse handbalvrouwen aflegden. Zij had- den vijf tot tien jaren nodig om aan de absolute top te geraken. Dat is een periode die mij ook re- alistisch lijkt. Maar daarvoor wil ik in maart of april een soort ‘conclaaf’ bij mekaar brengen met bev- oegde personen uit ons handbal: Korneel Douven, Alex Jacobs, Bram Dewit, Thomas Cauwenberghs, Jean-Christophe Hougardy enfin: spelers, trainers, fysiektrainers, refs en mensen uit andere sporten zoals het hockey. Aan hen wil ik vragen hoe wij op vijf jaar tijd fors kunnen vooruitgaan. En ik wil prob- eren om de consensus, die daar hopelijk tot stand komt, als basis te gebruiken voor een langetermi- jnplanning. Misschien ben ik fout, maar ik wil het tenminste proberen. Om voor nog meer promotie in het handbal te zorgen, droom ik ervan om elk jaar oefenwedstrijden te organiseren met Nederland, Duitsland of Zweden. Zo’n matchen moeten zorgen voor volle zalen en heel veel sfeer en beleving.” Een nationale ploeg blijft toch het uithang- bord van een sport? “Natuurlijk. Kijk maar naar Frankrijk, waar de successen van de handballers jongeren doen instromen in de sport. Je hebt in het tennis het fenomeen van Clijsters en Hénin, die ook voor een ‘boom’ in het ledenaantal zorgden, of naar het suc- ces van het veldrijden in Vlaanderen met in elke generatie toptalenten, die groeiden uit het succes van hun voorgangers. Ik heb ook bij de hockeyver- antwoordelijken gevraagd naar de oorzaken hun ledengroei. Zij hebben mij twee zaken gezegd: eerst een goede communicatie en vervolgens een grote trainer. Pas op, ik sta in het handbal volledig achter het huidige trainersduo, zij doen dat uitstek- end, maar je kan steeds leren van andere feder- aties die het goed doen.” Moet het handbal ook niet mikken op meer sponsors, want koken kost geld! “Ik zou ze liever geen sponsors noemen, maar partners. Ze moeten nog meer betrokken worden in onze doelstellingen en meedenken over de manier waarop wij kunnen evolueren.” De Black Arrows klagen dan weer dat er voor het vrouwenhandbal amper iets gedaan wordt. “Ik begrijp die uitspraak. De groep bestaat mo- menteel uit een 15-tal speelsters. Het jammere aan deze periode is dat de pauzeknop omwille van corona al veel te lang ingedrukt is. Dat is jammer want om te groeien moet het niveau omhoog. Het verschil tussen de speelsters die in het buitenland spelen, en dus meer trainen, is in vergelijking met de speelsters in onze competitie groot. Té groot. En dus moet die kloof tussen beiden verkleind worden. Dat doe je door ze tijdens stages regelmatig bij elkaar te brengen, te laten trainen en oefenwed- strijden te laten spelen. Bij de mannen hebben we de huidige generatie van bijna dertigers. Neem Jef Lettens, die als doelman in het buitenland uitblinkt. Welnu, bij de twintigers loopt er een talent rond uit Tongeren, dat minstens even goed wordt en ook in die generatie zitten een zestal spelers die een perfecte aanvulling kunnen betekenen van de hu- idige lichting.” Hoe groter de vijver, hoe meer kans op vis. Moet het ledental ook niet stijgen? “Dat is ook één van mijn doelstellingen. Kijk naar hetgeen ik gedaan heb bij Floreffe. Toen ik er aan kwam, telden we 15 leden. Eén jaar was het aan- tal meer dan verdubbeld en waren het er 36. Hoe dat kwam? Ik ben gaan praten met de leerkracht- en lichamelijke opvoeding van het “Petit Séminaire de Floreffe”. Samen met Jonathan Vandeberg heb ik ze aangeboden dat ik gedurende drie periodes, aan de leerlingen van het 5de en het 6de studie- jaar, anderhalf uur training in het handbal zou komen geven. Dat was niet alleen een succesver- haal bij de leerlingen, maar ook bij de leerkrachten. Ze hebben me trouwens gevraagd om in februari een nieuwe lessenreeks te organiseren. De kin- deren waren opgetogen, want ze moesten niet bij koude temperaturen spelen zoals in het voetbal, én bij ons werden veel doelpunten gescoord. Dat sprak hen aan. Misschien moeten we soortgelijke gesprekken gaan voeren in meer scholen en ik ben er zeker van dat het aantal leden prompt zal stijgen.” Wanneer zal Jean-François Hannosset zich een tevreden voorzitter van de Belgische handbalbond vinden? “Als we de komende jaren van 11.000 leden evol- ueren naar 13/14.000 aangeslotenen. Als de na- tionale ploeg zich gekwalificeerd heeft voor een belangrijk kampioenschap. Als we stilaan nationale ploegen krijgen in de G-sport en bij de vrouwen. Maar het allerbelangrijkste: dat iedereen trots is op het feit dat hij handballer is.” Marcel Coppens

RkJQdWJsaXNoZXIy MjkyODgz