Handbal Xtra 54

om tweede nationale om te vormen tot twee groepen van acht ploegen: acht Waalse, acht Vlaamse. De eerste vier van elke reeks konden dan play-offs spelen en de finalisten pro- moveren. Veel beter dan voor de zesde keer in één seizoen opnieuw te moeten spelen tegen b.v. Merksem. Je kan het natuurlijk ook proberen met acht Nederlandse spelers zoals Nelo het deed, maar uiteindelijk blijft Bocholt de zaken domineren met slechts één buitenlandse speler in de rangen. Maar ik weet ook wel dat geld de sport domineert en dat zij de mogeli- jkheden hebben om b.v. een Kedziora aan te werven.” “Misschien willen ze in Doornik wel naar die BENE-League, maar het blijft een sprong in het ondiepe. Ze moeten internet voorzien, ze hebben wel de accommodatie en een pak support- ers, maar als ze écht willen, moeten ze de voorwaarden aanvaarden of vragen naar nieuwe voorwaarden (b.v. zekerheid over een tweede jaar) om de ganse zaak ook financieel rond te krijgen. Het is zoiets, of de stelling van Houthalen volgen: liever jaren kampioen spelen in eerste nationale en eigenlijk als speler weinig bijleren. Dat noem ik dan eerder bezigheids- therapie.” Lars Bertels: “Spelers van Atomix leerden veel bij” Een ander scenario dat de ronde doet om aan even veel Belgische als Nederlandse ploegen te komen, is het behoud van de huidige ploegen in de BENE-League. Dus opnieuw met Atomix Haacht. Realistisch? Een ervaren trainer als Lars Bertels heeft daar een gemengde mening over. “Je kan natuurlijk spelers van buitenaf aantrekken om de kwaliteit te verhogen, maar hoe passen die jongens soms als persoon in de groep, kunnen zij hun andere speelstijl vol- doende aanpassen en als dat niet gebeurt, dan moet je de ploeg veranderen tijdens de competitie en dat is allerminst leuk. Extra-sportief denk ik wel dat Atomix er in geslaagd is om de ganse puzzel – ook op financieel gebied – bij mekaar te houden. Dat was ook duidelijk bij de spelers, die b.v. een bijkomend truitje kregen voor de opwarming, zodat ze niet met een nat shirtje aan de wedstrijd moesten beginnen. Details, maar ze begrepen dat er iets veranderd was. Moeilijker ging het wat betreft de clubcultuur. Het was soms o, zo moeilijk om de spelers te overtuigen dat ze studies en trainingen konden combineren. Als je ziet dat zelfs jongens die doctoreerden erin slaagden om vier keer per week te komen trainen, dan is dat in schril contrast met anderen, die het een huzarenstuk vonden om aan die vraag te beantwoorden. Louter op talent werden we zeker niet weggespeeld, maar we kwamen wel kracht en fysiek te kort. Plus het mentale aspect: dikwijls een pandoering krijgen met tien tot vijftien doelpunten verschil is natuurlijk niet zo bevorderlijk voor de motivatie. In dat verband moet je ook erkennen dat een groot deel van de spelers uit eigen rangen komt. Dat vergde jaar na jaar een aanpassing, maar dat ging steeds beter. Ook al omdat we over een aantal getalenteerde jongeren beschikken.” “Je zit natuurlijk nog met een aantal andere factoren: dat de buitenlanders b.v. financieel meer verdienden dan de eigen spelers, maar positief moet ik toegeven dat vele spelers (en ook de club) uit hun fouten geleerd hebben. Sportief zitten we zeker in een positieve ‘flow’.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjkyODgz